HsBsKB II270-B, f123v, nr. 4
¶ Mária zart - van edeler art - een rose in den doorn
du hebst mit macht - herweder bracht - dat lange was verloren
door Adams val - di he(e)ft gewald - sint Gabriel versproken
help dat ni(e)t werd gewroken - mien sund en skuld - verwerf mi huld
want ge(e)n troost is - wer du ni(e)t bist - bermherticheit verwerve
in’t leste end - ik bid - ni(e)t wend van mi - in mine sterve
¶ Mária mild - du hebst gestild - der altvaders verlangen
die jaar en(de) dag - in wee en(de) klach - die voorhel hielt gevangen
tot alder tiet - wunsten si striet - al dat des hemels poorte
te rieten alle oorte - ende hi afkwaam - die hem benaam
hoor sware pien - ende dat door - dien kuisjonkfroulichs geberen
is afgesteld - daar om di telt - alder werlt een kroon der eren
¶ Mária rein - du bist allein - der sondaar troost op erden
daar om di haat - die ewich raat - een moeder laten werden
des hoochsten heil - daar door t’oordeil - ten jongsten dage wert rechte
houd mi aan diene pflechte - o werde vrucht - al mien toevlucht
heb ik tot di - aan’t kruis bis mi - mit sint Johan gegeven
dattu ooc mien - moeder sals sien - frist hier ende daar mien leven
¶ Mária klaar - du hebst voorwaar - mit groter smerten gegangen
doe dine vrucht - gants mit ontucht - onskuldlik wert gevangen
om mien misdaat - kriech mi genaat - te beteren hier mien leven
want ik bin hier omgeven - mit sware pien - ende dat door mien
groot sund - end’ skult - ik vol verdult - aan lief end’ allen enden
o werde roos - mien krankheit loos - dien genaad niet van mi wende
¶ Mária sart - vermeret wart in di - groot leit ende smerte
doe dien kient doot - een speer mit noot - doorstak sien sachte herte
des bloedes saft - krenkt di dien kraft - van leid wordes du te senken
Johan dedense wenken - hi liep aldaar - nam diener waar
doe di dat sweert - dien hert verseert - daar van Simeon saget
o jonkfrou wert - son lucht ende ert - den doot diens kients beklaacht
¶ Mária skoon - in hemels troon - wen ik van hier sal scheide
so koom tot mir - bescud mich ski(e)r - dat mi doch niet verleide
die valsch Sathan - want ik niet kan - sien duvels list erkenne
noch moet ik jo van hene - omwerp mi ook - diens mantels fok
wanneer dien kind - mien recht gants wint - so wise vrou dien borsten
dien soon Jesu - sprec gif mi nu - den sondar ewich troosten
¶ Mária goet - wen in onmoet - die vader van mi wende
so bid dat daar - dien soon skik klaar - sien side voete ende hende
dan mach niet seer - die vader meer - tegen mi een ordel spreken
ook mach hi sich niet wreken - god heilich geest - der eerst beweest
soot genadicheit - den is bereit - drievoldelike goede
also werd ich - salich door dich - voor sonden mi behoede
¶ Mária fien - dien klaar aanschien - verlucht den hoogsten trone
daar die mit eren - van twalef sterren - wert opgeset een krone
drievaldicheit - heeft die becleit - mit hoger genaden omgeven
Mária frist mien leven - so menigen dag - ik bidden mach
o joncfrouw soet - help dat ik boet - mien sund voor minen ende
wen mien hert brikt - ’t gesicht verskrikt - biet miender siel die hende
¶ Mária vrouw - help dat ik skouw - dien kind voor minen ende
skik sint Michiel - tot miender siel - dat hi se breng behende
in ’t hemelriek - daar algeliek - die englen vrolik singen
haar stemmen tot hel erclincken - heilich heilich - du bist heilich
o starcke God - van sabaoth - regierst gewaldigliken
so heeft een eind - al mien elleind - ende vreuwe mi ewigliken
¶ Mária klaar - du bist voorwaar - figurlik wel te beduden
in’t kudsvel fron - doe Gideon - van God kreech macht te striden
bedudest wert - du bist die poort - die ewich blieft besloten
van di is uutgesloten - dat ewich woord - gesloten gaard
geteikend born - klaar als die son - beduit voor lange jaren
van mi niet went - dien trou in’t end - als ik van heen sal varen
¶ Mária rein jonkfrou - allein in di - is geen gebreke
dar leeft geen man - die mach of kan - dien glori groot uutspreken
dien hoge love - swemt eeuwlik boven - in hemel end’ op erden
diens geliek - mach niemeer werden - rein kreatu(u)r - o jonkfrou pu(u)r
wen daar toe kompt - dat mien mont stompt - mien siel van lief sal keren
so denk daar aan - dat ik di haan - hier meed’ gedacht te eren
Herkomst transcriptie: Jeske van Dongen, naar bron, diplomatisch.
Editie: Van Dongen 1998, 69 en 138