SINT ROCHUS KAPEL ‘DE ARMEN DE POTH’ - AMERSFOORT’



In de middeleeuwen was er een aantal geestelijken dat zichzelf 'Broederschap van de Heilige Geest' noemde. Deze geestelijken verzorgden vanaf het midden van de 14e eeuw zieken en gaven armen te eten of producten zodat ze zelf eten konden klaarmaken. Deze giften werden in de volksmond 'de Poth' genoemd, waardoor de geestelijken van de broederschap bekend werden als 'de Pothbroeders'. Mogelijk komt de naam van een kookpot waar het benodigde geld in werd gestopt. Deze naam wordt in een oorkonde van Amersfoort uit 1447 voor het eerst genoemd. Rond 1525 verhuisde het broederschap vanaf de Heilige Geestkapel, waar nu de Lutherse Kerk staat, naar het terrein waar De Poth zich nu altijd nog bevindt. Dit lag buiten de oudere stadsmuur in een gebied dat al veel langer bekendstond als de Pothof.

In de 16e eeuw kwamen de Celzusters, die elders zelf in financiële problemen waren gekomen, op het terrein van De Poth wonen. Zij verpleegden voornamelijk mensen die leden aan de pest. De naam van het broederschap veranderde in het begin van de 17e eeuw in 'College van Regenten', waar onder meer kunstschilder Paulus Bor deel van uitgemaakt heeft. [Gebed tot de H. Rochus]


Van sunte rochus

O Hillighe confessoer sunte Rochus de daer sint een groet vrent godes ouermits dat ghi hillichlijck hebt gheleuet Ende leten achter omme de leue cristi dijn olders dijn vrenden ende dijn lant ende so waer in enighe stat de starfte der pestilencien regneerde dar ghi quemen de ghenase ghi doer jv ghebeth So bidde ick iu oetmoedelijck


O heilige belijder sint Rochus, die een grote vriend van God bent, omdat u een heilig leven geleid heeft, en ter navolging van (het leven van) Christus uw ouders, uw vrienden en uw land verliet. En als er ergens in een stad de pest heerste en de mensen stierven, dat u dan kwam en de mensen met uw gebed genas. Daarom bid ik u ootmoedig.

(vertaling dr. Willem Kuiper)

Madonna van nederigheid, Fra Angelico, ca. 1440