Egelon Hendrick van der Neer was born in Amsterdam, the son and pupil of Aert van der Neer, who was known for his winter landscapes and his night scenes. He also studied with Jacob van Loo.Van der Neer worked chiefly in Amsterdam, but from 1679 to 1689 he was in Brussels. In 1687, he was appointed court painter by King Charles II of Spain. In 1690, he became court painter to the elector palatine in Düsseldorf, where he lived for the rest of his life. † Düsseldorf, 3 mei 1703
Egelons doop is niet teruggevonden, maar een notarieel document (Jacob Delphius 24 april 1668 ) geeft informatie over zijn geboortejaar. Geboortedatum dus ca 1636 Dit in tegenstelling tot ARNOLD HOUBRAKEN …… EGLON vander NEER, Raad, en Kabinetschilder van zyn Keurvorstelyke Doorluchtigheid Johan Wilhelm, is geboren tot Amsterdam in 't jaar 1643.
1668, 24 APRIL
Attestatie. „Egelon van der Neer out 32 jaar en Pieter Vroombrouck wijncooper 24 jaar elcx omtrent beyden burgers deser stad Rotterdam‟ verklaren op verzoek van Laurens Cuwick, dat zij na het overlijden van Cornelis Houdijck of Hordijck aan zijn weduwe Hillegont Hoogendijck het geld hebben voldaan dat zij nog schuldig waren aan de boedel van Cornelis van Hillegont. Van der Neer betaalde in augustus 1667 37 gulden voor geleverde waren en Vroombrouck 308 gulden, welk geld Maerten Adriaenss de Jong nog schuldig was. Van der Neer en Willem Danielss Huys, glasenaer van 41 jaar, verklaren nog op verzoek van Cuwick, dat Hillegont na het overlijden van haar man de winkel en nering heeft voortgezet, zoals haar man dat altijd gedaan heeft. Zij zijn naaste buren van Hillegont en komen regelmatig in de winkel.
EGLON vander NEER, Raad, en Kabinetschilder van zyn Keurvorstelyke Doorluchtigheid Johan Wilhelm, is geboren tot Amsterdam in 't jaar 1643. Hy was de zoon van Aernout anders Aart vander Neer, die in zyn lentejaaren is geweest Majoor by de Heeren van Arkel. Onderwyl zig oeffenende in de Konst, begaf hy zig naderhand, wanneer hy tot Amsterdam kwam wonen, geheel daar toe, en is berugt geworden door 't schilderen van uitvoerige Landschapjes, inzonderheid maanluchten.
Eglon, die in zyn Jeugt aanleiding tot de Konst vont by zyn vader, kreeg genegenheid tot het schilderen van beelden. Des werd hy besteld tot Amsterdam by den braven Konstschilder Jakob van Loo, uitmuntende in 't schilderen van naakte beelden, inzonderheid vrouwtjes.
De Konstlievende Heer Nicolaas van Suchtelen, Borgermeester tot Hooren, heeft een groot stuk van hem gehad, verbeeldende het Bad van Calisto • , 't geen Konstig geteekent en geschildert was. Ook heb ik een Luitspeelster van hem gezien die heel de handeling van Jan Lis geleek, beide gejaarmerkt 1657.
Onze vander Neer zo veer gekomen dat hy op eigen wieken kon dryven, vertrok naar Vrankryk, om zyn Konst te oeffenen, en werd met zyn twin-tigste
• Calisto, dochter van Lykaon, die van Jupiter in de gedaante van Diana bekropen werd; bezwangert zynde van Diana en haren maagdestoet verstooten. De verklaarders van d'ongelooffelyke Historien willen, dat Calisto zig zelf van schaamte verschool, in een Beerenhol daar zy door de Beeren verslonden wierd, en dat wanneer zy nooit, maar wel een Beer, daar uit te voorschyn kwam, het verdichtsel dat Calisto in een Beer herschept was, daar zyn oorspronk uitgenomen heeft.
tigste jaar Schilder van den Graaf van Dona, toen Gouverneur in Oranje, in wiens dienst hy 3 of 4 jaren bleef, wanneer hy weder in Holland kwam, en trouwde met Maria Wagensvelt tot Rotterdam, wier vader geheimschryver was van de Rechtbank van Schieland, daar hy een goede som geldsmeê behuwlykte, dog een groot deel daar van verkwiste met pleiten. Advocaten (zeit Pater Abraham in zyn Boekje van de Ambagten) zyn als een wagen die altyd dient gesmeert te worden.
By deze vrouw kreeg hy 16 kinderen, van welke maar twee of drie de Schilderkonst geoeffent hebben.
Naa de dood van deze Vrouw, in Braband zynde om zyn Konst te oeffenen, kwam hy kennis te krygen aan een Schilderes, de Dochter van den berugten Konstschilder Du Chattel, die hy trouwde. Deze Juffrouw Du Chattel stak uit in 't schilderen van kleene pourtretjes in Miniatuur.
Deze, na dat hy 9 kinderen by haar verwekt had, is tot Brussel gestorven.
Naa het verloopen van vyf jaren is hy te Dusseldorp voor de derdemaal getrouwt met Adriana Spilberg, Dochter van Johannes Spilberg, Hofschilder van Johan Willem Keurvorst van de Palts, en Weduwe van den Konstschilder Willem Breekvelt, na dat zy 11 jaren Weduwe was geweest, in Wintermaant van 't jaar 1697. Dog hy leefde maar 6 jaren na zyn trouwdag met haar: want hy overleed te Dusseldorp in 't jaar 1703 op den derden van Bloeimaand, en werd met een aanzienlyke rouwstacie ten grave geleit.
Zyn Weduw bleef in dienst van 't Hof tot het uit-
uiteinde van des Keurvorsten leven. Thans houd zy zig nog bezig in 't oeffenen van de Konst.
Wat nu de Konst van onzen vander Neer aanbelangt, de zelve verdient datze geprezen word. Hy was een braaf pourtretschilder zoo in levensgrootte als in 't kleyn. Onder zyn afbeeldingen word inzonderheid geroemt het pourtret van de Princes van Nieuburg, 't geen hy door ordre des Konings van Spanje geschildert heeft, 't geen hem zoo wel beviel dat hy hem daar voor niet alleen rykelyk beloonde maar hem ook den tytel van zyn Hofschilder gaf. Dog hy heeft nooit in Spanje geweest, maar zig aan 't Hof des Keurvorsts van de Palts gehouden, daar hy verscheide uitvoerige Kabinetstukjes geschildert heeft, en dat ('t geen te verwonderen is) zonder verval in de Konst, en in de zelve uitvoerigheid als voor heen, tot zyn zeventigste jaar toe.
Hy schilderde ook veeltyds gezelschapjes op de Moderne wys gekleed als Terburg, somwyl ook wat anders, aangezien hy tot verandering geneigt was.
Als hy in Braband woonde begaf hy zig tot het schilderen van Landschappen en Kruiden, daar hy gelegenheid toe vont; want hy woonde te Brussel in de Cellebroersstraat, daar agter zyn huis een groote woeste hof was, die zig tot tegens den wal van de Steenpoort uitstrekte, waar in hy allerhande wilde kruiden zelfs aankweekte, die hy gebruikte om naar te schilderen, tot welk einde hy een klein huisken, 't geen hy alzins konde verplaatsen waar hy wilde, had laten maken, waar hy in kon zitten schilderen dicht by de voorwerpen. 'tAmsterdam by den Konstlievenden David Amori heb ik een redelyk groot stuk van hem gezien,
gezien, waarin Ceres verbeeld stond zoekende mee een brandende Fakkel door Proserpina. Dit Tafereel is wonderlyk uitvoerig geschildert, inzonderheid de Distels, Kruitjes, en stam van een Boom omwoelt met klim, dog om der zelver uitvoerigheid wat scherp. Hy heeft de eer dat Adriaan vander Werf, de Rotterdamschen Fenix in de Konst zyn Leerling geweest is.
Hy was in zyn doen byzonder naerstig, en zyn vernuft altyd werkende, zogt hy steets naar schoone en vaste verwen, daar hy byzonder opgestelt was: maar moe van langer te zoeken zey hy tegen zyn Leerling even gemelt, Zoek niet naar verwen; daar zyn 'er thans genoeg, die goet zyn, leer die maar wel gebruiken. Welke les hy wel tot zyn geluk betracht heeft.
Proserpina werd van Pluto, als zy bezig was met bloempjes op te gaderen in haar schoot, geschaakt, en naar zyn onderaarts Ryk vervoert. Zie Nazoos 5 B. van de Hervorm. 't 4 Hooftstuk. In aloude tyden werd deze verbeelding dikwerf op Tomben, en Grafzerken verbeeld, om hier door het wegrukken van des menschen ziel van 't lichaam aan te duiden. Ook ziet men het zelve verbeeld op een Gedenkpenning van Faustina, door die van Niza gemunt.
1659, 1 FEBRUARI
Ondertrouw van Eglon van der Neer en Maria Wagensvelt te Amsterdam: „ingeteekent Eglon van der Neer, schilder, woont achter de Nieuwe kerck ende Maria Wagensvelt, woont tot Rotterdam‟.
1659, 20 FEBRUARI
Ondertrouw en huwelijk van Eglon van der Neer en Maria Wagensvelt: „ingeschreven 28 januari en gehuwd 20 februari 1659 Egelon van der Neer, jongeman van Amsterdam met Maria Wagensfelt, jongedochter wonende alhier’
1660, 2 FEBRUARI
Testament van Eglon van der Neer en Maria Wagensvelt, echtelieden „tegenwoordig wonende op de Keysersgraft binnen deser stede, beyde gesondt lichaems‟. Ze herroepen hun vorige wilsbeschikkingen, in het bijzonder hun huwelijkscontract dat ze op 10 januari 1659 te Rotterdam hadden opgesteld en dat door hun beide ouders op 11 januari was ondertekend. Ze benoemen elkaar uit echtelijke liefde tot enige, universele erfgenaam in „alle goederen, soo roerende als onroerende, penningen, middelen, effecten, actien, crediten ende gerechtigheden‟ door de eerststervende na te laten. Wanneer de eerststervende overlijdt zonder kinderen, krijgen zijn of haar ouders de naakte, legitieme portie. Als er kinderen zijn, moet de langstlevende die opvoeden en onderhouden „in de vrese des heeren, oock lesen, schrijven ende enige cunst, stijle ofte hantwerck laten leren‟. In geval van hertrouwen moet de langstlevende de kinderen uitzetting geven. Tot voogd benoemen ze de langstlevende testateur, met uitsluiting van de Weeskamer. Getuigen: Anthony Schelte en Andries van Bijevelt [w.g.] Egelon van der Neer, Maria Wagensvelt
Toen Van der Neers schoonvader Arnoud Wagensvelt in mei 1663 overleed, kreeg zijn echtgenote Maria Wagensvelt een aanzienlijke erfenis
Kopergravure van Johann Willem's slot te Düsseldorf in de 17e eeuw met het slot links van het midden
- • Eglon van der Neer Gehuwd circa 1679, Brussel, Brabant, België, met Maria Augustina CHASTEL, DU 1652-1692 en hun kinderen
- Maria Florentia Josepha Hiacynth NEER, van der 1680-1696/
- Johannes Franciscus NEER, van der 1683-
- Franciscus Josephus NEER, van der 1686-
- Claudius NEER, van der 1688-1696/
- Maria Anna Carola NEER, van der 1690-1696/
- Anna Maria Josepha NEER, van der 1692-
Eglon Hendrick van der Neer - EDDY SCHAVEMAKER