Multimedia Art Productions



Johannes Lodewijk Dulcken & Susanna Maria Knopffell woonden vanaf oktober 1736 tot de jaarwisseling van 1737/38 in een huis, gelegen aan De Munt te Maastricht, dat Het Gulde Cruijs heet. Het huis staat er nu nog. De huidige nummering is Muntstraat 26. In de huurakte is Johan Daniël omschreven als koopman. In dit grote pand runnen Daniël en zijn vrouw een winkel in levensmiddelen, een grutterij. Met een hoge schuld verlaat het gezin met de noorderzon Maastricht rond de jaarwisseling 1737/38 om in Antwerpen hun geluk te beproeven. Met achterlating van hun winkelinrichting.

Moendt-26-2
INFO IN HET GULDEN CRUIJS. MUNTSTRAAT 26

Johannes Lodewijk Dulcken heeft waarschijnlijk ook violen gebouwd want er blijven 2 violen zonder snaren achter. Te lezen
Johannes Lodewijk Dulcken is een clavecimbelbouwer met reputatie in Antwerpen geworden. Zijn instrumenten staan nu nog in musea.

2 violen zonder snaren
VIDEO Johannes Daniel Dulcken - Luthier
Scherm­afbeelding 2025-01-08 om 09.19.22

De Stichting Musick’s Monument is het “Dulcken, drie generaties clavecimbel & fortepiano bouwers” project gestart. Uit het genealogisch onderzoek van Hans Meijer naar zijn voorouders kwam het DNA van Johannes Daniel Dulcken te voorschijn.

Scherm­afbeelding 2025-01-08 om 09.27.39





THE DULCKEN FAMILY, INSTRUMENT MAKERS - MUSICIANS Johannes Daniël Dulcken (21 april 1706 – Antwerpen 11 april 1757) x Susanna Maria Knopffllin Johannes Lodewijk (Louis)Dulcken I (1735 - † tussen 1793 en 1795 München) x Catharina Koning Johannes Lodewijk (Louis) Dulcken II (1761 - † München 1836) [brother Johannes Dulcken ( 26 December 1768 - ?)] Louis Dulcken x Sophie Le Brün Brün, (Sophie Le), the daughter of the famous Bavarian court musician Ludwig August Le Brün, and the great singer Franziska Le Brün, née Danzi, was born in London on 20 July 1781, learnt the basics of music in Munich with Knechtl, the piano with Streicher, and the basso continuo with Schlett, and married the royal Bavarian mechanical piano maker Johann Ludwig Dülken in Munich on 18 April 1799. She is a true artist on the piano in every respect, and plays this instrument with spiritual expression, true feeling and extraordinary skill. When she travelled to Paris, Switzerland and Italy, her excellent playing enchanted every listener, and connoisseurs and artists conceded her the first rank in this art. In addition to this, she sings very well, has a deep insight into the essentials of music, combines her great practical musical knowledge with theoretical knowledge to the same degree, and has a thorough understanding of composition. She has composed several concertos, sonatas and the like for the piano; it is a pity that they have not become generally known through engraving or printing. On 25 June 1831 Louis Dulcken relinquished his post as royal keyboard instrument maker; he died five years later. In his will Dulcken named as heirs his wife Sophie Lebrun (b London, 20 June 1781–d Munich, 23 July 1863), his sons Theobald and Heinrich, his married daughters Louise and Franziska Bohrer, and his then unmarried daughters Violande, Johanna, and Caroline Dulcken. Theobald as business manager and Heinrich as builder apparently completed their father’s commitments after his death but soon closed the shop. Both sons eventually moved to London where Theobald became a wool merchant and Heinrich an organist. Louise and Franziska had married the brothers Max and Anton Bohrer; Louise became court pianist in Stuttgart. Violande became a concert singer in Munich. Dulcken's son Theobald became Louis partner about 1816, and the business continued until 1831, when Louis Dulcken retired.

Théobald Dulcken 1800-1882 Married in 1828, Munich, Bavière, Allemagne, to Louise Marie David 1811-1850
Heinrich Dulcken, organist, 1801 Married to Auguste Burghaagen
Louise Sophie Dulcken 1803-1857 Married to Maximilian Caspar Anton Bohrer 1785-1867
Franziska Dulcken 1805-1873 Married to Joseph Anton Bohrer 1783-1863
Violanda Dulcken, prix du Conservatoire de Paris 1810-1863/ Married 18 April 1837 (Tuesday), Munich, Bavière, Allemagne, to Jean François Adolphe Bouvier 1802-1862

Ferdinand Quentin Dulcken (1837–1901)
Sophie (Louise Auguste) Dulcken 6 March 1835 in London, † 15 July 1923 in Dinard (Brittany), pianist
(Sarah) Isabella (Auguste) Dulcken, Dulken, married name Braun


The Musick's Monument Foundation has launched the ‘Dulcken, three generations of harpsichord & fortepiano builders’ project.


jd-dulcken-wien


Maastricht
Johannes Lodewijk Dulcken wordt op 15 april 1735 in de St. Janskerk te Maastricht gedoopt als oudste zoon in het gezin van Johannes Daniël Dulcken en Susanna Maria Knopffell. Zijn vader is op 21 april 1706 geboren in Wingeshausen (D). Zijn moeder is rond 1706 in Sankt Goar aan de Rijn geboren. Het jonge gezin zit in Maastricht in geldzorgen. Op 1 maart 1736 leent Daniël van zijn neef Gerhart Prescher 300 gulden tegen 5 % rente. De schuldbekentenis is door Daniël in het Hoogduits geschreven en wordt later in verband met het volgend proces in het Nederlands vertaald. In oktober 1736 verhuizen ze naar een huis, gelegen aan De Munt dat Het Gulde Cruijs heet. Het huis ligt tussen ”Het Gulden Hooft” en ”Den Swerten Rave“. Ze huren het huis van Maria Catharina Bijen voor een periode van zes jaar. Zijn broer Jan Christiaan Dulcken treedt als borg op. In dit grote pand runnen Daniël en zijn vrouw een winkel in levensmiddelen, een grutterij. Hoeveel tijd hij besteedt aan het bouwen van klavecimbels is niet duidelijk; in de akte wordt hij een koopman genoemd. In de loop van 1737 leent Daniël 600 gulden van de weduwe van burgemeester Hesselt van Dinter. Dan blijkt dat hij te weinig verdient om al zijn schulden af te kunnen betalen. Rond de jaarwisseling van 1737/38 vertrekt hij met de noorderzon uit Maastricht naar Antwerpen. Johannes Lodewijk is nog geen drie jaar wanneer ze in Antwerpen aankomen. Ondertussen wordt het huis aan De Munt niet meer bewoond, maar het staat niet leeg. Daniël heeft een groot gedeelte van zijn meubels en winkelinventaris achtergelaten. Dan melden zich de schuldeisers bij de magistraat van Maastricht. Deze stelt Johan Guichard aan als curator over “den desolate boedel van den absenten Jan Daniël Dulcken”. Op 17 juni 1738 verschijnt er een openbare bekendmaking; iedereen die recht denkt te hebben op iets uit de failliete boedel moet zich melden. Er verschijnen verschillende personen: familie Bijen, broer en zus, melden dat ze van Dulcken nog negen maanden achterstallige huur krijgen, in totaal 138 gulden. Neef Gerhart meldt dat hij nog 225 gulden te goed heeft en weduwe Hesselt van Dinter krijgt nog 600 gulden. Ook meldt zich een koopman uit Amsterdam, Gerard Katers die recht heeft op 410 gulden, als kosten van goederen en voor taxatiekosten. Op 20 juni 1738 gaat men het Gulden Cruijs binnen om alle goederen te taxeren. Uit het taxatierapport blijkt dat er veel tafels en stoelen staan en ook een ’stoeltien en een loopkorf’. (voor Johannes Lodewijk?) In de winkel staan een toonbank, enige kluizen, een grote ijzeren balans met zes schalen, een klein formaat balans, gewichten van 50 pond, tinnen maatbekers en een tabaksmolen. Verder veel vaten, houten dozen, korven, oliekuipen en vaten met tabak, enz. Ook vindt men twee violen zonder snaren en een trompet. Duidelijk is dat Daniël alles wat te maken heeft met de bouw van klavecimbels meegenomen heeft naar Antwerpen.

Historisch Centrum Limburg, inv. nr. 4573

Het jonge gezin verhuist in 1738 in armoedige omstandigheden naar Antwerpen. De in Maastricht gemaakte schulden zitten hen op de nek. Telkens ontvangen ze brieven van de curator in Maastricht en elke keer moet Daniël deze weer beantwoorden. Dit duurt tot midden 1740. Hoe de schuld is afgelost is niet duidelijk.

2000.526-1
vleeshuis
scherm00adafbeelding-2023-10-17-om-20.55.27

scherm00adafbeelding-2023-10-17-om-20.57.36