Meincke & Pieter Meyer - ENGLISH
Meincke & Pieter Meyer - DEUTSCH
De gebroeders Meincke en Pieter Meyer zijn vroege pianobouwers in Amsterdam van wie instrumenten bewaard zijn gebleven. Hun geboorte- en sterfjaar zijn niet bekend. Meincke heeft vóór 1779 in London gewerkt als compagnon van de beroemde uit Saksen afkomstige Johannes Zumpe. Zumpe had daar in 1761 zijn eigen werkplaats opgezet. dat bleek een schot in de roos te zijn geweest. Nadat de betere kringen in Londen het onbekende instrumentje hadden geaccepteerd, groeide de vraag dusdanig, dat er gesproken kan worden van een explosieve ontwikkeling. Zumpe kon meerdere medewerkers aantrekken, zoals Meincke Meijer. Twee piano’s, uit 1776 en 1778, herinneren aan hun samenwerking.
Ongetwijfeld zal Zumpe hebben geprobeerd zijn afzetgebied te vergroten, met name aan de Nederlanden. Meincke moet van de in Amsterdam groeiende vraag hebben geweten, want in 1779 maakte hij per advertentie bekend, dat hij zich in compagnieschap met zijn broer Pieter had gevestigd.
Amst. Crt., den 10 Juny 1779.
MEINCKE MEYER, geweezene Compagnon van JOHANNES ZUMPI, beroemde Muziek-Instrumentenmaker tot Londen, neemt de vrijheid, lieden van Distinctie en verdere Kenners der Muziek te berigten, dat hy zig te Amsterdam gestabileerd heeft, in Compagnieschap met zyn Broeder PIETER MEYER, tot voortzetten van dezelfde Affaires, in ‘t maaken van allerhande soorten van FORTEPIANO INSTRUMENTEN, door hem veel verbeterd, en verre overtreffende alle andere tot nog toe bekend; zy verzoeken ieders Gunst en Recommandatie. Hunne Woonplaats is op de Kolk, op den hoek van de Voorburgwal, by de Brug, te Amsterdam.
Bij de pianobouwers Meyer zijn duidelijk twee generaties te onderscheiden. De oudere generatie is ca 1735-1745 geboren. Hiertoe behoren
I - Meincke Meyer
II - Pieter Meyer
III - Joachim Andreas Meyer ( Vader van Hilmer Meyer en Andreas)
IV - Hendrik Anthonie Meyer (1745- †1812)
Ondertrouw - Acte Verleent om van Engelsekerk te Trouwen
De overlijdensakte, getekend te Amsterdam op 20 juni 1812 vermeldt:
"Hendrik Anthonie Meijer den negentienden dezer ten Acht ure, des avonds oud 67 jaren, wonende en overleden Kalverstraat no 192, Canton A, van beroep orgel en Forte Pianomaaker geboren te Linden in 't Hannover, gehuuwd met Grietje Sonders , zoon van wijlen Hendrik Meijer".
De eerste drie zijn ieder geval broers al kon dit niet door geboorte- of doopregisters worden geverifiëerd.
Onder de firmanaam Meincke & Pieter Meyer hebben diverse familieleden als pianobouwer gewerkt. Het is niet bekend, hoe lang het bedrijf na 1779 nog onder persoonlijke leiding van Meincke en Pieter Meyer heeft gestaan. Het is aannemelijk dat na ca 1785 ook Meincke Andries, Jan Lodewijk en Hendrik Anthonie hebben meegewerkt in de zaak. Het filiaal in Hamburg is opgericht door Pieter Meyer, maar later geheel overgenomen door Andreas Meyer.
Tot de jongere generatie (geboren na 1767) behoren:
V - Meincke Andries Meyer Meinecke (Michael) Andries (Andreas) Meyer (geboren: London 1767)
VI - Jan Lodewijk Meyer Jan (Johan) Lodewijk Meyer (geboren: London 1772) John Ludowyk Meyer - John Ludwich Meyer - John Ludwig Meyer - John Ludwich Meyer
VII - Hilmer Meyer Hilmar Meyer (geboren Hittfeld: Januar 1773 – gestorven: Amsterdam 20. August 1816)
getuigen Andreas Meyer en de moeder van Hilmer en Andreas : Magdalena Dorothea Lutmers
VIII - Andreas Meyer geboren 15 oktober 1775 in Hittfeld bij Hamburg. Broer van Hilmer Meyer
Kwam in 1794 naar Hamburg en kreeg 1805 burgerrechten als pianofortemaker. In hetzelfde jaar huwde hij met Anna Metta Maria Kunstmann. Van 1813 tot 1850 staat hij in de Hamburgse adresboeken vermeld als eigenaar van een pianofortefabriek (Neustädter Fuhlentwiete 121)/ Tijdelijk had hij een zeker Bohlmann en daarna zijn eigen zoon als compagnon. Andreas overleed 21 Augustus 1845 te Hamburg.
Joachim Andreas Meyer. Vader van Hilmer en Andreas. Hij was gehuwd met Magdalena Dorothea Luttmer (Anna Dorothea Lüttner. Zij werd op 20 maart 1738 in Hittfeld bij Hamburg geboren.
Werden vóór 1779 pianofortes in enkele exemplaren vervaardigd door bouwers van huisorgels, klavecimbels en spinettten, vanaf dat jaar concentreerden de Meyers zich uitsluitend op de pianobouw, én met succes. Hun instrumenten vielen bij de Amsterdammers in de smaak.
De firma Meincke & Pieter Meyer werd regelmatig naar een voor het bedrijf gunstiger adres verplaatst en groeide uit tot een pianofabriek, waarin knechts emplooi vonden. Op hun beurt zochten de Meyers internationale afzetmogelijkheden en werd er een filiaal in Hamburg geopend. In Hamburgse adresboeken vanaf 1796 staat de zaak op naam van Pieter; in de jaren 1803-1813 wordt zij aangeduid als ‘M. & P. Meyer, Musikalische Instrumentenmacher, Grosse Bleichen 304.’
Door de expansie was het mogelijk, dat meerdere familieleden in Amsterdam gingen meehelpen. Na 1800 heeft een aantal van hen de onderneming in handen.
Een illustratie van de vooraanstaande plaats van de Meyers is het feit, dat de firma een tijdlang het predikaat ‘Piano forte Fabrikeurs van hunne Majesteiten’ heeft gevoerd.
Meincke en Pieter Meijer
"Pianoforte Fabrikeurs van hunne Majesteiten”
"Pianoforte Fabrikeurs van hunne Majesteiten” LOUIS BONAPARTE & HORTENSE DE BEAUHARNAIS, de eerste Koning & Koningin van Holland.
Het kasboek van de thesaurier-generaal in dienst van de koning vermeldt in maart 1809 de uitbetaling aan de gebroeders Meijer voor de levering van drie fortepiano’s, twee voor het Amsterdamse paleis ( somma 2.200) en één voor het ‘chateau de Zoestdijk’ (somma 450).
Koninklijke Verzamelingen, Den Haag, Fragmentarchieven van het Civiele Huis van koning Lodewijk Napoleon, inventarisnummer G004-C-14.
ROMANCES DE LA REINE HORTENSE
dr Clemens Chr. J. Von Gleich/Hans Meijer
Zwolle den 21 Juny 1792.
De Gebroeders M. en P. MEYER, alom bekende Forte Piano Maakers, woonende te Amsterdam, laten hier mede aan alle Liefhebbers van hunne Forte Piano’s bekend maken, dat zy J.G. NICOLAI, Organist alhier te Zwolle, verzogt hebben, hun Commissionair van hunne Forte Piano’s voor alom hier in de Provincie Overyssel te willen zyn: Indien nu in ‘t vervolg iemand verkiezen mogt een Stuk te koopen, wordt dezelve hier mede verzogt, zig direct aan gemelden J.G. NICOLAI te addresseeren, zonder dat hij nodig heeft zig deswegens by hun te Amsterdam te melden, doordien niemand dezelve aldaar in ’t minste goedkooper zal kunnen hebben dan by meergemelden alhier in Zwolle. Tegenwoordig zyn te bekomen: een à f 300: een à f 260: en een à f 210 zonder Lessenaar. Indien’er zig Liefhebbers mogten vinden van Stukken tot meerderen of minderen prys, zo moeten dezelve extra besteld worden. Behalven de bovengemelde drie soorten van Stukken zyn ‘er zonder extra bestelde, nooit geene klaar. Uit naam van hun zal de meergemelde Commissionair wel voor hunne stukken willen repondeeren: indien’er dus iets aan komen zoude, dat aan onvolmaaktheid toe te schryven was, die addresseere zig direct door den van hun verzogten Commissionair aan hun: zy zullen den bezitter van het Instrument zoeken te vrede te stellen, dit hebben zy by hun verblyf alhier willen bekend maaken. Zwolle den 21 Juny 1792.
MEINCKA en P. MEYER.