Johann Wilhelm, Elector Palatine erected impressive buildings such as the Schloss Bensberg and led a lavish court which gave work to many artists and artisans, including the court painters Johannes Spilbergh, his daughter Adriana, her later husband Eglon van der Neer, Adriaen van der Werff
Jan Frans van Douven, Herman van der Mijn, Jan van Nickelen, his daughter Jacoba Maria van Nickelen, her husband Willem Troost, Anthoni Schoonjans, Rachel Ruysch, Godfried Schalcken, and Jan Weenix with his daughterMaria Weenix . His enormous collection of paintings by Rubens can still be seen in the Alte Pinakothek in Munich.
His widow Anna Maria Luisa was the last scion of the House of Medici. A patron of the arts, she bequeathed the Medicis’ large art collection, including the contents of the Uffizi, Palazzo Pitti, and the Medicean villas, which she inherited upon the death of her brother Gian Gastone in 1737, and her Palatine treasures to the Tuscan state, on the condition that no part of it could be removed from the capital Florence. Therefore, these treasures are still to be visited in Florence today.
- Geboren 8 december 1656 - Amsterdam, Noord-Holland, Nederland
- Overleden na 1721 - Düsseldorf, Dusseldorf, Nordrhein-Westfalen, Germany
- Gehuwd 24 december 1697, Düsseldorf, Dusseldorf, Nordrhein-Westfalen, Germany, met Eglon Hendrick NEER, van der ca 1634-1703
JOHANNES SPILBERG is geboren te Dusseldorp in 't jaar 1619, op den 30sten van Grasmaand.
Zyn Vader was een konstig schilder in Olyverf en op Glas, en is vele jaren in dienst geweest van zyn Doorluchtigheid Hertog Jan Vorst van Gulik en Berg. Naderhand by den Hertog Wolfgang Wilhem, en Raadsverwanter der Stad Dusseldorp. Zyn Oom Grabriel Spilberg was schilder van den Koning van Spanjen.
Na dat hy zig in de Latynsche en andere talen had geoeffent, begaf hy zig tot de penceelkonst, waar in hy door zyn vernuft en vlyt zoodanig vorderde, dat de Hertog Wolfgang Wilhem daar
daar groot behagen in nam; en willende hem dienst bewyzen, een brief schreef met eigen hand aan Rubbens (voor wiens konst hy groote agting had) waar in hy hem de zorg over den Jongeling aan beval. En hy zont hem met den zelven naar Antwerpen: maar hy hoorde, op weg zynde, dat Rubbens overleden was. Des wende hy zyn reis naar Amsterdam, en tot den berugten Govert Flink, onder wien hy zeven jaren agter èen de Konst geoeffent heeft, makende onder opzigt van zyn meester verscheiden brave stukken zoo Historien als Pourtretten, waar door hy naam kreeg en reden vond om daar te blyven wonen, daar hy zig ook in Huwlyk begaf met Maria Fis, in 't jaar 1694 op den 20 van Hooimaand, by welke hy 2 Zoons en 3 Dochters gehad heeft.
In dien tyd werden de Borgermeesters van Amsterdam voornemens een groot stuk, en daar in een bende Schutters, waar van de Borgermeester vander Pol hopman was, te laten schilderen. Hier toe werden verscheiden meesters uitgekeurt om een model daar van te maken. Onze schilder was ook een van hun, dog zyn model beviel hun zoo wel, dat zy hem dit werk aan bestelden, 't welk hy met roem volbragt, waar om hy ook boven zyn bedongen loon, nog een present kreeg. Dit stuk is thans nog te zien tot Amsterdam in den Doele, op de Singel.
Zoo haast zyn roem zig verspreide werd hy van Hertog Wolfgang Wilhem tot Hofschilder beroepen. Daar gekomen, schilderde hy het pourtret van den Vorst, zyn gemalin Katarina Charlotte Hartogin van Zweybruggen de Paltsgraaf Filip Wilhem, zyn gemalin, de Dochter des Konings van Polen en, andere groote van 't Hof, met veel
veel genoegen; zulks hem ook van de Vorsten goude Medaljes, en andere geschenken, als ook hun genegentheid geoffert wierden.
Ter zelver tyd werd hy van den Vorst, met den Veltmarschalk naar Keulen gezonden, om de beeltenis der Freele van Furstenberg te malen, daar hy een groot geschenk voor kreeg.
Na de dood van den Vorst trok hy met 'er woon naar Amsterdam. Maar 't leed niet lang of de Paltsgraaf Filip Wilhem kwam in des overledens plaats, en beriep hem tot zyn Hofschilder.
Daar gekomen heeft hy den Vorst en zyn Gemalin, andermaal ook de Princen en Princessen verscheiden malen geschildert, inzonderheid de oudste Dochter voor den Keizer, die ook met de zelve trouwde. Ook schilderde hy in dien tyd den Keurvorst van Brandenburg, die zulk bevallen daar in had, dat hy hem verzogt aan zyn Hof te komen, maar hy weigerde zulks.
Hy heeft ook in dienst zynde van den Vorst verscheiden Altaarstukken geschildert, te Dusseldorp te zien by de Kruisbroeders, en te Benraet, op 't slot te Amsfort.
Toen de Keurvorst uit zyn land naar Polen vertrok, maakte onze schilder zyn begonnen stukken af, en vertrok weder met Vrouw en Kinderen naar Amsterdam.
Eenige jaren daar na werd de Keurprins van de Palts Johan Wilhem in bestuur gezet. Deze ontboot straks onzen Spilberg, voor wien hy van jongs af veel genegenheid had. Voor deze heeft hy verscheiden Historystukken, als ook een groot Altaarstuk geschildert, 't geen te Roermont in de Kerk geplaatst is. Ook heeft hy het gansche levensbedryf van Hercules ruim levensgrootte kon-
konstig geschildert, te zien op 't slot te Dusseldorp.
Dit Konstwerk voltooit, gelaste hem de Vorst het leven van Christus in 't groot te schilderen: maar de nydige dood zyn roem niet langer konnende dulden, sleepte hem (verscheiden stukken al voltooit zynde) in zyn twee- en- zeventigste jaar in 't graf, op den 10 van Oegstmaand, in 't jaar 1690.
Hy had een Dochter Adriana genaamt, geboren tot Amsterdam op den 5den van Wintermaand 1650. Deze heeft hy, ziende dat zy van natuur tot de Konst genegen was, van jongs af aan in de teeken- en schilderkonst onderwezen. Zy teekende konstig in Postil, of met Krion naar 't leven, ook uitvoerig in Olyverf, en heeft veel roem daar door verkregen. Deze liet hy tot Amsterdam by zyn Vrouw, als hy de laatstemaal naar 't Paltsisch Hof vertrok, daar hy zyn huishouwen wilde houden, en af en aan reizende zyn zaken voor den Vorst verrigten.
De Keurvorstin, als zy met roem van zyn Dochters Konst hoorde spreken, vergde hem die te ontbieden; dog alzoo die niet van haar Moeder wilde gaan, die zy byzonder lief had, gelaste de Vorst hem naar Amsterdam te gaan, zyn huishouwen daar op te breken, en met Vrouw en Kinderen aan 't Hof te komen wonen, aanbiedende niet alleen de reiskosten te vergoeden, maar gaf hem ook een goude Medalje meê, ten present voor zyn Dochter; om haar aan te lokken, en van zyn gunst te verzekeren. Dit was in 't jaar 1681
Zy aan 't Hof zynde had veel aanzoek tot trouwen: dog haar Vader bedugt dat al de voort-
voortgang in de Konst, die zy door haar vlyt gemaakt had, door huisselyke bezigheid, wanneer zy kwam te trouwen, zou verydelt werden, nam vast voor, haar aan niemant dan een schilder te geven, gelyk zy ook naderhand te Dusseldorp getrouwt is met den braven Konstschilder WILHELM BREEKVELT
Wilhelm Breckvelt
Allegory: Purity and Temperance crowned, in or before 1687
paper, pen in brown ink, brown wash 368 x 266 mm
lower right : WBreeckvelt
Leiden, Universitaire bibliotheken Leiden - Bijzondere collecties, inv./cat.nr. PK-T-AW-265
WILHELM BREEKVELT, in 't jaar 1684. dog deze kwam naa 't verloop van 3 jaren, na dat zy 3 Zonen by hem gewonnen had, in 't jaar 1687 oud 29 jaren, te sterven; en na dat zy 11 jaren Weduw geweest was, te Dusseldorp in Wintermaand van 't jaar 1697. weder te trouwen met den braven Konstschilder Eglon vander Neer, Raad en Kabinetschilder des Keurvorsts van de Palts Johan Wilhem.
Eindelyk moet ik nog tot roem van Spilberg zeggen: dat ik een stuk met levensgroote beelden van hem heb gezien, verbeeldende de Zang- en Speelkonst, 't welk kragtig, stout, braaf geteekent, en natuurlyk geschildert was, zwemende in penceelbehandeling naar H. Terbrugge.
Nu brengen wy eenige Konstschilders ten Toneel, wier geboortetyd wy niet recht weten, maar die naar gissing tot dezen tyd behoren, als JAN HAKKERT, wiens geboorteplaats ik ook niet weet. Dan naar sommig er zeggen zou hy een Amsterdammer wezen.
Van hem ziet men veel fraaije geschilderde Landschappen, inzonderheid vremde gezigten van Bergspelonken, en geestige grotten, die hy meest alle in Zwitserland naar 't leven heeft afgeteekent. 'T gebeurde at hy van sommige Bergwerkers in zulke eenzame en afgescheiden hoeken en spelonken gevonden wierd, bezig met iets af te schetzen. Deze onbewust wat die krabbelingen en schat-
Portrait of a woman by Adriana Spilbergh
oil on canvas
84 x 78 cm
painting by Johannes Spilberg - Feast of the civic guard in honor of the appointment of Burgomaster Jan van de Poll (1597-1678) as colonel, 1650
Schuttersmaaltijd van Wijk I met kolonel Jan van de Poll en kapitein Gijsbert van de Poll
Schutterij Wijk 1 Sint Sebastiaan Poll, Jan van de Poll, Gijsbert van de Vlak, Jasper Pollio, Joannes Bernhards, Eilard Croock, Abraham Pietersz. Blocq, Reinier Berken, Claes Barents van Steur, Pieter Jacobsz. Gekeer, Joost Jonasz. Kapel, Jan Hillebrantsz Muijen, Philips Willemsz. Gerven, Pieter van Calaber, Jacob Vliet, Cornelis Heems, Wouter Lambertsz. Meures, Jan Molenaar, Anthonij Hendrick Spilberg, Johannes (II) Poll, Harmen van de Handboogdoelen
Johannes Spilberg - ca 1644 - The feast of Esther
In de Tenach (de joodse bijbel) is de inzetting van dit feest terug te vinden in het boek Ester (hoofdstuk 9:20-23).
Op dit feest herdenkt men in het jodendom dat op deze dag het lot van het Joodse volk, dat in de vijfde eeuw v.Chr. in ballingschap leefde in het Perzische Rijk, een wending nam en het van uitroeiing werd gered. Dit wordt beschreven in het verhaal van Ester dat in het gelijknamige boek uit de Tenach staat beschreven. Koning Ahasveros (waarvan sommige geleerden zeggen dat het Xerxes was, maar anderen dat het Artaxerxes II is geweest) had de Jodin Ester tot vrouw genomen en daarmee werd zij ook koningin. Haar neef en pleegvader Mordechai was ter ore gekomen dat de Perzische antisemitische hoveling Haman een complot aan het smeden was om de Joden uit te roeien. Haman had daarvoor naar Perzisch gebruik door middel van een lot bepaald op welke dag hij dit wilde doen. Mordechai deelde dit aan Ester mee en dankzij haar hoge positie wist zij dit aan haar gemaal de Perzische koning over te brengen zodat er op tijd tegenmaatregelen konden worden genomen. Het resultaat was dat Haman met zijn zoons en verdere trawanten zelf ter dood werd gebracht en deze potentiële doemdag voor de Joden veranderde in een feestdag.
One of the most dramatic moments from the Book of Esther comes when the queen accuses the king’s advisor Haman of treachery against her people. Through her efforts, Haman’s plot for the slaughter of all the Jews in Persia was unmasked before King Ahasuerus (Xerxes). Seated before his chamberlain, Harbonah, the king reacts in anger with arms outstretched and hands clenched. Across from him sits the isolated, shadowy figure of Haman, who cowers at the king’s wrath. Shortly thereafter, Haman’s life would end on the gallows.
Johannes Spilberg - ca 1644 - Jaël
Jaël speelt een belangrijke rol in de overwinning van het leger van de Israëlieten op dat van de Kanaänieten (Rechters 4-5). Zij brengt Sisera, de legeraanvoerder van de Kanaänieten om het leven, als hij zich schuilhoudt in haar tent. Het feit dat Sisera gedood wordt door een vrouw, maakt deze nederlaag voor de Kanaänieten extra pijnlijk.
De naam Jaël
De naam Jaël betekent ‘steenbok’. In de Bijbel komen we deze naam alleen tegen in Rechters 4 en 5.
Jaël was de vrouw van de Keniet Cheber. De Kenieten waren een volk van nomaden. Zij trokken rond met hun tenten en hun vee. Zij hoorden niet bij het volk van Israël, maar hadden zich afgescheiden van de Midjanieten. Ze stonden op goede voet met de vijanden van Israël, de Kanaänieten.
Oorlog tussen Israël en Kanaän
Jaël raakt ongewild betrokken bij de strijd tussen het leger van Israël en dat van de Kanaänieten. De Israëlieten onder leiding van Barak verslaan de Kanaänieten onder leiding van Sisera. Sisera vlucht naar de tent van Jaël en vraagt haar om hem te verbergen.
Jaël geeft Sisera melk te drinken en dekt hem toe met een deken, zodat Sisera in slaap valt. Dan pakt Jaël een hamer en een tentpin en slaat de tentpin door Sisera’s hoofd. Als even later Barak en zijn mannen bij de tent van Jaël aankomen, is Sisera al dood.
Dressed as an aristocrat of the 17th century, Jael holds the hammer and tent peg that she used to kill the enemy general Sisera (Judges 4:17-22). Unlike most portraits and narrative images, which follow Judges 5:26, "She put her left hand to the nail, and her right hand to the workman's hammer…," this Jael is left-handed.