HENDRIK MEURS information
JUDITH COTERMANS information
JAN MEURS information
JUDITH WEIJNTJES information
CORNELIA COTERMANS information
JOOST VAN DEN VONDEL information
PIETER CODDE’S HOUSE ANTHONIEBREESTRAAT information
VIDEO: Waerom vlucht ghy Millibe
Inventaris 1636-Codde/Arents
Codde research
Codde-CH. M. Dozy
Cotermans-1646
Vóór 1618 was Arent Meurs in een pand in de Warmoesstraat (huidig nr. 6) dicht bij de Nieuwebrugsteeg begonnen als drooggasterijhouder. Hij was lidmaat van de Vlaams- doopsgezinde gemeente Bij ’t Lam en genoot ook inkomsten als linnenkoopman. In 1644 woonde Meurs op de Koningsgracht om ten slotte als rentenier te eindigen in Maarssen op zijn hofstede Ottrenberch (1647). Zijn zoon, Jan Meurs (1604-1672), was hem opgevolgd als waard. Hij bedacht de naam ‘Liesveldse Bijbel’, een verwijzing naar de Antwerpse boekdrukker van de eerste Nederlandstalige Bijbel die honderd jaar eerder ter dood was gebracht. In 1646 onthaalden Jan Meurs en zijn vrouw Judith Weijntjes uit Kampen stadsgasten uit Hoorn en Medemblik. Meurs werd een bekende in Amsterdamse kunstkringen. In 1648 en 1649 was hij schouwburgregent en schreef hij gedichten en in 1653 getuigde hij met de kunstschilder Bartholomeus van der Helst bij de taxatie van een schilderij. Een jaar later richtten zij met Nicolaes van Helt Stockade en Marten Kretzer het Broederschap der schilderkunst op. In 1661 nam Meurs zijn uithangbord mee naar een door hem gekochte huis, verderop in de Warmoesstraat (nr. 114A).Daar begon hij een nieuwe Liesveldse Bijbel, die zou uitgroeien tot de voornaamste logementen van de stad. In de zomer van 1669 logeerde hier bijvoorbeeld de Duitse arts Becher en ook Hans Willem Bentinck (1647-1709), favoriet van de latere koning-stadhouder, behoorde tot de gasten.